Oud-Oosterlingen houden altijd een band met de oale groond.
Zo doen we dat hier! 29 mei 2024 0Mark Oude Luttinkhuis (50) is al sinds de oprichting bladmanager bij Naober.
Het Naobergebied zit diep geworteld in mijn DNA. Ik ben opgegroeid op de boerderij in Mander, aan de Duitse grens. Na tussenstops in Groningen, Westervoort en Rheden woon ik nu al ruim tien jaar samen met mijn vrouw, dochter XX en zoon Pim aan de voet van de es in Stokkum bij Markelo. Ik voel me daar op mijn 50ste nog steeds een echte plattelandsjongen. Eentje die fanatiek meedoet aan klootschieten -de plattelandssport pur sang- , weidevogelbeheer (het is heerlijk om in het vroege voorjaar de eerste kievitseieren te zoeken samen met Pim) en fietsen door het prachtige, gevarieerde landschap. Deze drie bezigheden versterken dat plattelandsgevoel nog elke dag.
Natuurlijk ben ik bekend met het noaberschap en de streekcultuur. Kennis over de eigenheid van de plek waar je woont, werkt en leeft, maakt je bewust van wie je bent en waar je vandaan komt. Bovendien opent het de deur naar andere culturen. Dat zorgt voor betrokkenheid. En dat is, wat mij betreft de kern van goed noaberschap. Tegelijkertijd is het anno 2024 balanceren tussen oude tradities (ongeschreven wetten soms), ‘nieuwe en oude’ buren en alle andere vernieuwingen binnen de sterk veranderde wereld. En daar zit ‘m de crux. Want zoiets als bijvoorbeeld social media netwerken zorgen óók voor - nuttige en soms vreemde- dialogen en interactie. Het zorgt ervoor dat het klassieke noaberschap soms onder druk staat en noodzakelijke vernieuwingen doormaakt.
Het hele artikel lezen in ons jubileumnummer? Klik hier.
0 Reacties